De onwettigheid die ontstaat naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof, heeft niet tot gevolg dat de bestaande sociale lasten uit het rechtsverkeer verdwijnen. Bestaande beslissingen blijven hun gelding behouden tot op het ogenblik dat zij hervormd of ingetrokken worden, buiten toepassing worden gelaten door de Hoven en Rechtbanken (artikel 159 GW), of totdat er een nieuwe vergunning wordt afgeleverd.
Hoewel de opgelegde sociale last blijft bestaan, is de rechtsgeldigheid ervan aangetast. Er zijn verschillende manieren om dit weg te werken. Het wegvallen van de last heeft in principe geen impact op de geldigheid van de vergunning.
De vergunninghouder kan er ook voor opteren de sociale last vrijwillig uit te voeren.
De gemeente heeft een vergunning verleend?
Intrekking
Intrekking sociale last?
De sociale last die in een vergunning is opgelegd op grond van artikel 4.1.16 t.e.m. artikel 4.1.26 DGPB, kon worden ingetrokken door het college van burgemeester en schepenen. De rechtsgeldigheid van de vergunning zelf is niet aangetast, waardoor deze niet kan worden ingetrokken, enkel de bijhorende sociale last.
De uiterste datum om een beslissing tot intrekking te nemen was op 11 augustus 2014. Indien dit niet gebeurd is, of indien er geen tijdig beroep werd ingesteld bij de Deputatie (zie verder), is de last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder is er dan in principe toe gehouden deze verder uit te voeren.
Indien de beslissing tijdig werd ingetrokken, wordt deze geacht nooit hebben bestaan. De sociale last valt weg. Voor het overige blijft de vergunning met de bijhorende plannen onverkort van toepassing.
Wat met de bescheiden last?
Indien in uw gemeente een reglement Sociaal Wonen van toepassing is en de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit dit reglement, moet in principe de bescheiden last verhoogd worden. De termijn om hierover een nieuwe beslissing te nemen is in de meeste gevallen intussen verstreken, waardoor dit niet meer rechtgezet kan worden middels een intrekking. De verhoging van de bescheiden last kan enkel gebeuren wanneer men in beroep zou gaan tegen de last of wanneer een nieuwe vergunning wordt aangevraagd.
Wat indien er een financiële waarborg werd gevraagd?
Indien er op basis van artikel 4.2.20 VCRO een financiële waarborg werd gevraagd voor de uitvoering van de sociale last, kan de beslissing tot het opleggen van deze waarborg mee worden ingetrokken. Het gaat hier eveneens om een last die in principe afsplitsbaar is van de vergunning, zodat deze laatste in voorkomend geval met de bijhorende plannen onverkort van toepassing blijft.
Beroep bij de deputatie
Instellen administratief beroep?
Om de sociale last uit het rechtsverkeer te laten verdwijnen, kon er een beroep gedaan worden op de heropening van de beroepstermijn zoals voorzien in artikel 18 van de Bijzondere Wet op het Grondwettelijk Hof. Op basis daarvan kon tot en met 11 augustus 2014 tegen een vergunning waarin een sociale last werd opgelegd op grond van artikel 4.1.16 t.e.m. artikel 4.1.26 DGPB, een administratief beroep worden ingesteld bij de Deputatie.
Indien dit niet gebeurd is, of indien de beslissing niet tijdig werd ingetrokken, is de last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder is er dan in principe toe gehouden deze verder uit te voeren.
Indien tijdig een beroep werd ingesteld, moet de Deputatie een nieuwe beslissing ten gronde nemen.
Wat met de bescheiden last?
Indien in uw gemeente een reglement Sociaal Wonen van toepassing is en de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit dit reglement, moet in principe de bescheiden last verhoogd worden. De deputatie heeft de mogelijkheid om een nieuwe beslissing inzake de bescheiden last te nemen, doch enkel voor zover dit geen essentiële wijziging van de plannen met zich mee brengt. Indien bijvoorbeeld de dichtheid moet aangepast worden, de perceelafmetingen of de grootte van de woningen, en er voor de aanvraag een openbaar onderzoek werd georganiseerd, kan dit enkel aangepast worden door middel van een nieuwe aangepaste vergunningsaanvraag met een nieuw openbaar onderzoek. Een andere mogelijke oplossing bestaat er in om de verhoging van de bescheiden last uit te voeren door een storting van een bijdrage conform artikel 4.2.8 DGPB.
Aanvraag voor een nieuwe vergunning
De vergunninghouder heeft de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Indien de werken reeds uitgevoerd zijn, kan er een regularisatie aangevraagd worden.
In de nieuwe vergunning kan geen sociale last conform het DGPB opgelegd worden. Wel zal de aanvraag de volledige administratieve procedure moeten doorlopen en moet deze beoordeeld worden op basis van de huidige wetgeving en feitelijke situatie.
Indien de aanvraag onderworpen is aan een norm bescheiden woonaanbod, zal er in de aanvraag nog steeds een bescheiden last opgelegd worden (artikel 4.2.5. DGPB). Indien in de vorige aanvraag de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit het reglement Sociaal Wonen, moet de bescheiden last in de nieuwe aanvraag verhoogd worden. In een nieuwe aanvraag kunnen de plannen aangepast worden om te voldoen aan het bescheiden woonaanbod. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de dichtheid aan te passen, of het volume van de woning of de perceelafmetingen.
Aanvraag voor een verkavelingswijziging
Indien er in een verkavelingsvergunning een sociale last werd opgelegd, kan er een verkavelingswijziging aangevraagd worden conform artikel 4.6.7 VCRO.
In de nieuwe vergunning kan geen sociale last conform het DGPB opgelegd worden. Wel zal de aanvraag de volledige administratieve procedure moeten doorlopen en moet deze beoordeeld worden op basis van de huidige wetgeving en feitelijke situatie.
Indien de aanvraag onderworpen is aan een norm bescheiden woonaanbod, zal er nog steeds een bescheiden last opgelegd moeten worden (artikel 4.2.5. DGPB). Indien in de vorige aanvraag de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit het reglement Sociaal Wonen, moet de bescheiden last in de nieuwe aanvraag verhoogd worden. In een nieuwe aanvraag kunnen de plannen aangepast worden om te voldoen aan het bescheiden woonaanbod. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de dichtheid aan te passen, of het volume van de woning of de perceelafmetingen.
De vergunning met sociale last ongewijzigd laten
De vergunninghouder kan er voor opteren om niets te ondernemen en de sociale last verder uit te voeren. (Zie ook volgende vraag: "de sociale last is al uitgevoerd of nog in uitvoering").
Als de vergunninghouder heeft nagelaten enig nuttig initiatief te nemen binnen de voorgeschreven zes-maandentermijn, is de sociale last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder kan geen beroep meer doen op een schadevergoeding of een terugvordering wegens onverschuldigde betaling.[1]
[1] Cass. 8 mei 2014, http://www.cass.be, concl. A. VAN INGELGEM, LRB 2014, afl. 3, 15, concl. A. VAN INGELGEM. Zie ook D. BATSELÉ, T. MORTIER en M. SCARCEZ, Initiation au droit constitutionnel, Brussel, Bruylant, 2009, 501 en 503: «la jurisprudence dominante considère que l’acte administratif, même dépourvu de fondement légal subsiste tant qu’il n’a pas été abrogé, retiré ou annulé, et qu’un acte qui n’est plus susceptible d’être éliminé avec effet rétroactif (retrait ou annulation)ni même sans un tel effet (abrogation) est définitif et continue à produire ses effets en dépit de son illégalité ».
De deputatie heeft, in beroep, een vergunning verleend?
Intrekking
Intrekking sociale last?
De sociale last die in een vergunning is opgelegd op grond van artikel 4.1.16 t.e.m. artikel 4.1.26 DGPB, kon worden ingetrokken door de Deputatie. De rechtsgeldigheid van de vergunning zelf was niet aangetast, waardoor deze niet kon worden ingetrokken, doch enkel de bijhorende sociale last.
De uiterste datum om een beslissing tot intrekking te nemen was 11 augustus 2014. Indien dit niet gebeurd is, of indien er geen tijdig beroep werd ingesteld bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen (zie verder), is de last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder is er dan in principe toe gehouden deze verder uit te voeren.
Indien de beslissing tijdig werd ingetrokken, wordt deze geacht nooit hebben bestaan. De sociale last valt weg. Voor het overige blijft de vergunning met de bijhorende plannen onverkort van toepassing.
Wat met de bescheiden last?
Indien in uw gemeente een reglement Sociaal Wonen van toepassing is en de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit dit reglement, moet in principe de bescheiden last verhoogd worden. De termijn om hierover een nieuwe beslissing te nemen is in de meeste gevallen intussen verstreken, waardoor dit niet meer rechtgezet kan worden middels een intrekking. De verhoging van de bescheiden last kan enkel gebeuren wanneer men in beroep zou gaan tegen de last of wanneer een nieuwe vergunning wordt aangevraagd.
Wat indien er een financiële waarborg werd gevraagd?
Indien er op basis van artikel 4.2.20 VCRO een financiële waarborg werd gevraagd voor de uitvoering van de sociale last, kan de beslissing tot het opleggen van deze waarborg mee worden ingetrokken. Het gaat hier eveneens om een last die afsplitsbaar is van de vergunning, zodat deze met de bijhorende plannen onverkort van toepassing blijft.
Beroep instellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen
Om de sociale last uit het rechtsverkeer te laten verdwijnen, kan er een beroep gedaan worden op de heropening van de beroepstermijn zoals voorzien in artikel 18 van de Bijzondere Wet op het Grondwettelijk Hof.
Instellen beroep?
Op basis van de heropening van deze termijn, kon tot en met 11 augustus 2014 tegen een vergunning waarin een sociale last werd opgelegd op grond van artikel 4.1.16 t.e.m. artikel 4.1.26 DGPB een verzoek tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Indien dit niet gebeurd is, of indien de beslissing niet tijdig werd ingetrokken, is de last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder is er dan in principe toe gehouden deze verder uit te voeren.
Indien tijdig een beroep werd ingesteld, neemt de Raad voor Vergunningsbetwistingen een beslissing omtrent het verzoekschrift.
Wat met de bescheiden last?
Indien in de betreffende gemeente een reglement Sociaal Wonen van toepassing is en de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit dit reglement, moet in principe de bescheiden last verhoogd worden. Indien de deputatie een nieuwe beslissing moet nemen na een vernietigingsarrest van de Raad, heeft zij tevens de mogelijkheid om een nieuwe beslissing inzake de bescheiden last te nemen. Zij kan dit echter enkel voor zover dit geen essentiële wijziging van de plannen met zich mee brengt. Indien bijvoorbeeld de dichtheid moet aangepast worden, de perceelafmetingen of de grootte van de woningen, en er voor de aanvraag een openbaar onderzoek werd georganiseerd, kan dit enkel aangepast worden door middel van een nieuwe aangepaste vergunningsaanvraag met een nieuw openbaar onderzoek. Een andere mogelijke oplossing bestaat er in om de verhoging van de bescheiden last uit te voeren door storting van een bijdrage conform artikel 4.2.8 DGPB.
Aanvraag voor een nieuwe vergunning
De vergunninghouder heeft de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Indien de werken reeds uitgevoerd zijn, kan er een regularisatie aangevraagd worden.
In de nieuwe vergunning kan geen sociale last conform het DGPB opgelegd worden. Wel zal de aanvraag de volledige administratieve procedure moeten doorlopen en moet deze beoordeeld worden op basis van de huidige wetgeving en feitelijke situatie.
Indien de aanvraag onderworpen is aan een norm bescheiden woonaanbod, zal er in de aanvraag nog steeds een bescheiden last opgelegd worden. (artikel 4.2.5. DGPB) Indien in de vorige aanvraag de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit het reglement Sociaal Wonen, moet de bescheiden last in de nieuwe aanvraag verhoogd worden. In een nieuwe aanvraag kunnen de plannen aangepast worden om te voldoen aan het bescheiden woonaanbod. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de dichtheid aan te passen, of het volume van de woning of de perceelafmetingen.
Aanvraag voor een verkavelingswijziging
Indien er in een verkavelingsvergunning een sociale last werd opgelegd, kan er een verkavelingswijziging aangevraagd worden conform artikel 4.6.7 VCRO.
In de nieuwe vergunning kan geen sociale last conform het DGPB opgelegd worden. Wel zal de aanvraag de volledige administratieve procedure moeten doorlopen en moet deze beoordeeld worden op basis van de huidige wetgeving en feitelijke situatie.
Indien de aanvraag onderworpen is aan een norm bescheiden woonaanbod, zal er in de aanvraag nog steeds een bescheiden last opgelegd worden. (artikel 4.2.5. DGPB) Indien in de vorige aanvraag de bescheiden last werd berekend als het verschil tussen het percentage bescheiden woonaanbod en het percentage sociaal woonaanbod uit het reglement Sociaal Wonen, moet de bescheiden last in de nieuwe aanvraag verhoogd worden. In een nieuwe aanvraag kunnen de plannen aangepast worden om te voldoen aan het bescheiden woonaanbod. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de dichtheid aan te passen, of het volume van de woning of de perceelafmetingen.
De vergunning ongewijzigd laten
De vergunninghouder kan er voor opteren om niets te ondernemen en de sociale last verder uit te voeren. (Zie ook onder vraag nr. 8)
Als de vergunninghouder heeft nagelaten enig nuttig initiatief te nemen binnen de voorgeschreven zes-maandentermijn, is de sociale last juridisch definitief en uitvoerbaar. Door het stilzitten heeft de vergunninghouder de rechtmatigheid van de opgelegde sociale last aanvaard, waardoor deze tot de interne rechtsorde is gaan behoren. De vergunninghouder kan geen beroep meer doen op een schadevergoeding of een terugvordering wegens onverschuldigde betaling.[1]
[1] Cass. 8 mei 2014, http://www.cass.be, concl. A. VAN INGELGEM, LRB 2014, afl. 3, 15, concl. A. VAN INGELGEM. Zie ook D. BATSELÉ, T. MORTIER en M. SCARCEZ, Initiation au droit constitutionnel, Brussel, Bruylant, 2009, 501 en 503: «la jurisprudence dominante considère que l’acte administratif, même dépourvu de fondement légal subsiste tant qu’il n’a pas été abrogé, retiré ou annulé, et qu’un acte qui n’est plus susceptible d’être éliminé avec effet rétroactif (retrait ou annulation)ni même sans un tel effet (abrogation) est définitif et continue à produire ses effets en dépit de son illégalité. »